naar overzicht

Een vaccin tegen overbevolking

“En wat gaat u doen aan de overbevolking?” Ik kijk de man verbijsterd aan. Deze reactie had ik niet verwacht toen ik zei malariaonderzoeker van beroep te zijn. Ik wil hem een verwensing naar zijn hoofd slingeren, maar hij heeft mij in zijn macht. Als douanier kan hij mij de toegang tot de Verenigde Staten ontzeggen. “Dat is een ander probleem, meneer”, zeg ik laf.

Wat zou er gebeuren als mijn malariaonderzoek succesvol zou blijken en mijn werk zou bijdragen aan een lagere kindersterfte in Afrika? Zou dat niet ongewenst zijn, omdat het overbevolking in de hand zou werken? Ik concludeerde dat de douanier die dit suggereerde een zeldzame gek was. Dat stelde even gerust. Totdat ik in de daaropvolgende vier weken nog tweemaal dezelfde vraag kreeg. Eenmaal van een honoursstudente, een meisje dat behoorde tot het intellectuele neusje van de zalm en was geselecteerd op haar brede academische interesse en uitstekende studieresultaten. Zij, de douanier en een hoogopgeleide stadgenoot, bleken allen gezegend met het heldere inzicht dat kinderlevens redden de aarde in groot gevaar kan brengen. We moeten, zo leken ze te zeggen, mensen in ontwikkelingslanden behandelen als een soort wilde paarden in de Oostvaardersplassen. Het is wenselijk om hun lijden te verlichten, maar we moeten vooral zorgen dat de natuur zijn gang kan gaan en precaire evenwichten niet worden beschadigd. Ik denk de laatste weken vaak terug aan de ontmoetingen met deze drie visionairen. Het lijkt mij onjuist om hun mening als racistisch te duiden, als een overtuiging dat het ene leven meer waard is dan het andere. Het is veel meer een uiting van onmacht die je ook ziet bij andere grote, complexe problemen. Die leiden vaak tot een verlammend gevoel van machteloosheid, zoals bij klimaatverandering, of tot een even onhandige simplistische visie waarbij geboortebeperking en zelfs kindersterfte als oplossing worden gezien voor grondstoffenschaarste. De werkelijke oplossingen zijn misschien wel veel positiever van aard. Succesvolle bestrijding van infectieziekten in Afrika en – deels hieraan gerelateerd – indrukwekkende economische groei, hebben al bijgedragen aan grote demografische veranderingen. In de 21eeeuw is in vrijwel alle Afrikaanse landen de levensverwachting toegenomen en tegelijkertijd het gemiddeld aantal kinderen per vrouw met meer dan een kwart gedaald. Economische migratie naar lokale ‘powerhouses’ als Kenia en Ghana gaat met spanningen gepaard; toch kopte een Keniaanse krant deze maand dat migratie constructief ingezet kan worden om verdere groei mogelijk te maken. Als Afrikaanse economieën zich verder ontwikkelen en deze groei zo duurzaam mogelijk plaatsvindt, wellicht met op beide vlakken een mooie rol voor Europa, blijken complexe problemen ineens oplosbaar. Een rooskleuriger levensperspectief in arme landen wordt dan in ieders belang. Hoewel douaniers en honoursstudenten soms anders doen vermoeden, is de mensheid immers tot grootse vooruitgang in staat.