naar overzicht

Koffiedrinken in de koffielanden

Als onderzoeker met onregelmatige werktijden heb je recht op een paar verslavingen. Caffeïne is een van de mijne. Nu zou je denken dat koffiedrinken uitstekend te combineren is met het werken in landen als Kenia, Oeganda en Tanzania. Producenten van de beste kwaliteit Arabica koffiebonen. Helaas blijkt niets minder waar. Een paar jaar geleden was ik met een goede vriend op een koffieplantage aan de voet van de Kilimanjaro. Na een prachtige wandeling door de uitgestrekte donkergroene koffievelden kwamen we aan bij een klein huisje van een Tanzaniaanse koffieplukker. Zijn huis stond midden tussen de superieure koffiestruiken; de rode bessen lieten zien dat het oogsttijd was. Na de gebruikelijke uitwisseling van beleefdheden kwam de vraag waarop wij hadden gehoopt: Hebben jullie zin in een kopje koffie? Terwijl wij vol verwachting plaatsnamen op een houten bankje buiten zijn huis, verdween de koffieplukker naar binnen. Toen hij weer verscheen had hij een thermoskan met heet water bij zich, een aantal roestige mokken en... een blikje Nescafé. De oploskoffie kwam uit Ivoorkust, een land aan de andere kant van het continent dat niet bekend staat om zijn goede koffie. Teleurgesteld dronken wij het zure goedje terwijl we mismoedig uitkeken over de plantage.

Tanzanianen zijn vaak trots op hun koffie maar drinken het zelf zelden en kiezen vrijwel altijd voor het gemakkelijke blikje. Vanwaar dit hemeltergende gebrek aan smaak? Het heeft ongetwijfeld te maken met de voormalig koloniaal heerser. De Britten staan ook niet bekend om hun koffiekennis: ook in Engeland staan de schappen in de supermarkt vol met oploskoffie en is een kop slappe oploskoffie de norm. In de voormalige koloniën is deze norm verscherpt en wordt Nescafé (en de nog teleurstellender lokale variant Africafé) gebruikt als ware het een homeopathisch geneesmiddel. Hoe minder werkzame stof, hoe beter het eindproduct. Een halve theelepel koffiepoeder, minimaal drie eetlepels melkpoeder en vier tot acht eetlepels suiker in een grote mok met water. Eén keer zag ik een aantal gezette Tanzaniaanse dames dit recept perfectioneren met een grote eetlepel Blueband margarine. Vetdruppels verschenen op hun warme drank. Toen ze mijn verbaasde blik zagen, wezen ze op de wervende tekst op de deksel en zeiden Kijk maar, dit is een bron van vitamine A’. Zo is onze koffie veel gezonder!

Nee, in Oost Afrika kun je het maar beter bij thee houden. Dat hebben ze wèl geleerd van de Britten. Sterke thee met melk. Evenveel cafeïne en veel makkelijker te krijgen op straat of in een café. Na een aantal jaren intensieve training in Oost Afrika en Engeland kun je mij er best blij mee maken. In Oeganda was ik dit jaar dan ook teleurgesteld toen ik tot mijn verrassing een slappe kop thee kreeg. Bijna net zo slap als de Nederlandse standaard, waar een zakje Pickwick drie keer op en neer mag plonsen in een kan kokend water voordat het op een schoteltje mag wachten op de volgende taak. Toen ik in Kampala vroeg of ze de kop thee wat sterker konden maken, liep de serveerster weg met mijn mok om even later met dezelfde mok terug te keren. Zo is het vast beter. De thee was wat afgekoeld maar verder onveranderd. Daar trapte ik niet in. Toen ik vroeg of ik het theezakje nog even mocht, keek ze wat ongemakkelijk en gaf na een moment van twijfel aan dat dit niet kon. Het was het laatste theezakje van het hotel geweest en ze hadden het al weggegooid. Maar, gaf ze blij aan: Ik heb een oplossing! Triomfantelijk toverde ze een blikje Nescafé tevoorschijn. Maak je thee maar zo sterk als je wilt.